Na in de Jaren 60’ snel populairder te zijn geworden, heeft graffiti zich minstens even vlug over de gehele wereld verspreid. Door de jaren heen zijn er dan ook verschillende muurschilderingen geweest die ondertussen als klassiek en historisch worden beschouwd. Eén van de bekendste kunstenaars, die niet op doeken maar op muren schildert, is Banksy. Tot nu toe weet nog steeds niemand wie hij precies is. Toch gaan schilderingen geregeld heel de wereld over. Zo is er natuurlijk zijn werk Balloon Girl, een graffiti muurschildering die zich in London bevindt. Waar het in 2014 nog verwijderd werd van de muur waarop het stond, is het ondertussen verkocht voor 500,000 pond. Ook heeft Banksy bijvoorbeeld de Flower Thrower, een werk in Israël van een demonstrant die een bos bloemen gooit.
Politieke statements
Deze politieke aard komt niet alleen in het werk van Banksy voor. Graffiti is namelijk al heel lang een manier om het straatbeeld van verschillende kleuren en meningen te voorzien. Zo maakte Keith Haring in 1986 bijvoorbeeld een stuk in New York, getiteld Crack Is Wack. Na verschillende vrienden te zijn verloren aan de destijds gigantisch populaire harddrug wilde hij laten zien dat de drug alleen slechte dingen voortbrengt. Ook maakte Haring bijvoorbeeld Tuttomondo op een huis in Pisa. Hierop staan verschillende mensen die verbonden en vermengd als een verenigde groep uit de verf moeten komen.
Graffiti en vrede
Graffitikunstenaars verspreiden dus wel vaker werken die vrede en verzoening uit moeten stralen. Eén van de bekendste muurschilderingen, die tot dusver nog niet genoemd is, is dan ook My God, Help Me to Survive This Deadly Love van Dmitri Vrubel. De afbeelding is destijds op een stuk Berlijnse muur geschilderd, en beeldt twee mannen uit die met elkaar zoenen. De twee desbetreffende heren zijn Leonid Brezhnev en Erich Honecker, twee communistische leiders van de Sovjet-Unie. Graffiti is dus wel iets meer dan alleen maar versiering of het bekladden van een metrostation.